Inleiding

Dit is de eerste tweemaandsrapportage 2019. Dit is de eerste tussenrapportage over het begrotingsjaar 2019. We rapporteren in deze rapportage over de voortgang van de doelen en de financiën over de maanden januari en februari 2019. De financiële mutatie geven we weer met een V (voordeel) en een N (nadeel). Voor een specificatie per taakveld en een totaaloverzicht verwijzen we naar het kopje Financiën.

Over de afgelopen twee maanden is de mutatie:

Stand

2019

2020

2021

2022

Januari - februari

90.000

N

90.000

N

90.000

N

90.000

N

De tweemaandsrapportage januari - februari 2019 bieden we ter informatie aan.

Het gevolg voor het verwacht rekeningresultaat 2019 is:

Mutatie 2019

% afwijking t.o.v. programmatotaal

V / N

Vastgesteld begrotingssaldo 2019

39.500

V

Mutatie programma Inwonerszaken

18.000

0,11%

N

Mutatie programma Ruimte

0

0,00%

Mutatie programma Bedrijfsvoering

72.000

0,23%

N

Mutatie begroting

90.000

N

Verwacht rekening resultaat 2019 na tweemaands-
rapportage januari - februari

50.500

N

In de rapportage maken we gebruik van vier symbolen. Ieder symbool geeft de volgende status weer:
 = afgerond
 = op koers
 = bijsturen
 = niet haalbaar

In onderstaande tabel leest u de stand van zaken ten aanzien van doelen per programma:

Programma

Totaal aantal
doelen

Aantal
'afgerond'

Aantal
'op koers'

Aantal
'bijsturen'

Aantal
'niet haalbaar'

Inwonerszaken

3

0

3

0

0

Ruimte

3

0

3

0

0

Bedrijfsvoering

3

0

3

0

0

In onderstaande tabel leest u de stand van zaken ten aanzien van de prestaties per programma. Prestaties zijn opgenomen in de taakvelden:

Programma

Totaal aantal
prestaties

Aantal
'afgerond'

Aantal
'op koers'

Aantal
'bijsturen'

Aantal
'niet haalbaar'

Inwonerszaken

26

0

26

0

0

Ruimte

30

0

30

0

0

Bedrijfsvoering

12

0

12

0

0

Ontwikkelingen uit het college van burgemeester en wethouders
Tekort en transformatie Sociaal domein
Op 28 februari 2019 is de gemeenteraad via een RI-brief (D.026179) geïnformeerd over het tekort en transformatie Sociaal domein. Zoals aangegeven voeren we op dit moment twee aanvullende analyses uit:

  1. Analyseren administratie STIB;
  2. Het tekort op de jeugdzorg wordt inhoudelijk geanalyseerd.

Op dit moment is er geen aanvullende informatie te melden.

Thema's in de rapportages
In juni 2019 behandelt de gemeenteraad de rapportage over de maanden maart - april. In deze rapportage gaan we ook verantwoorden over de thema's. Het thema Regionale economie wijzigen we in het thema Samen sterk in de regio.

Abonnementstarief Wmo
In het regeerakkoord is afgesproken dat voor Wmo-voorzieningen een vast tarief van € 17,50 per 4 weken zal worden ingevoerd, het abonnementstarief. Voor de invoering hiervan is een wetswijziging vereist en daarom kan de maatregel pas per 1 januari 2020 volledig worden ingevoerd. Voor 2019 is door de minister gekozen voor een tussenvorm. Hij heeft het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 zo gewijzigd dat een maximale periodebijdrage van € 17,50 voor maatwerkvoorzieningen per 1 januari 2019 in gaat.

Het wordt voor een grote groep inwoners voordeliger om een Wmo maatwerkvoorziening aan te vragen. Voor deze toename worden de gemeenten niet gecompenseerd.

Ontwikkelingen bedrijfsvoering
De directie heeft eind 2017 volgens onderstaand overzicht aangegeven welke onderwerpen aan de diverse gremia worden gepresenteerd en met welke frequentie de informatie beschikbaar wordt gesteld.  

In maart 2019 besloot de directie om de HR-informatie in een gedeeld DT/MT te bespreken. Er wordt één voorstel met rapportage gemaakt. Onderstaand overzicht kan nog wijzigen, afhankelijk van de herijking van de P&C cyclus.

Overzicht wie ontvangt wanneer welke  informatie over HR onderwerpen

Bezetting*

Ziekteverzuim

HR cyclus

SPP

Per 23-10-18:
VWNW- trajecten

Raad

2 x per jaar

2 x per jaar

2 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

B&W

2 x per jaar

2 x per jaar

2 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

MT

1 x per 2 maanden

1 x per 2 maanden

2 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

TL

1 x per 2 maanden

1 x per 2 maanden

2 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

OR

1 x per 2 maanden

1 x per 2 maanden

2 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

* Betreft aantal fte in dienst, instroom, uitstroom, opbouw personeelsbestand en aantal fte externe inhuur  met reden inhuur.

Instroom, doorstroom en uitstroom
Over de maanden januari en februari zijn 3 medewerkers in dienst gekomen. Er gingen 3 medewerkers uit dienst (allen op eigen verzoek). Als we het in fte uitdrukken, is 1,72 fte ingestroomd en is de uitstroom  2,78 fte geweest. De formatie (de vastgestelde fte) blijft eigenlijk altijd gelijk en is 142,86 fte.

Ziekteverzuim: streven voor 2019 is 7%

Grafiek 1

Bron verzuimmanager   

Grafiek 2

Bron verzuimmanager

Grafiek 3

Bron verzuimmanager

Grafiek 4

Bron verzuimmanager

Toelichting grafiek 1, 2,3 en 4
We zijn blij te kunnen melden dat het ziekteverzuim daalt. Over de maanden januari en februari 2019 is het gemiddeld 8,49% ten opzichte van 11,39% in november en december 2018.

Vanaf januari 2019 werken we met Sociaal medisch teams, waarbij de leidinggevende, de bedrijfsarts, en HR gezamenlijk onderzoeken wat we kunnen doen om in individuele situaties het ziekteverzuim terug te dringen. Ook krijgt preventie meer aandacht. Er wordt nu standaard een preventiegesprek gevoerd wanneer een medewerker zich drie keer heeft ziek gemeld in één jaar.
Deze gesprekken vinden plaats tussen de leidinggevende, de betreffende medewerker en de HR adviseur. Insteek van dit gesprek is: wat kan de werkgever doen en wat kan de medewerker doen om uitval te voorkomen.

De daling van het ziekteverzuim is met name het gevolg doordat een aantal langdurig ziektemeldingen afliepen (de medewerkers zijn hersteld, dit is conform de verwachting).

  • In december 2018 was 8% van de 11,39% het gevolg van langdurig verzuim;
  • In januari 2019 was 7,23% van de 10,09% het gevolg van langdurig ziekteverzuim;
  • In februari 2019 was 6,1% van de  7,89% het gevolg van langdurig verzuim.

We blijven te maken houden met een aantal medewerkers dat  langdurig ziek is, door lichamelijk klachten wat niet werk-gerelateerd is. De invloed van de werkgever op het herstel is hierbij gericht op en beperkt tot het voeren van gesprekken en zorgen dat de afstand tot het werk klein blijft.